Welk percentage van een gediversifieerde portefeuille moet worden blootgesteld aan de sector nutsbedrijven?

Our Miss Brooks: Business Course / Going Skiing / Overseas Job (November 2024)

Our Miss Brooks: Business Course / Going Skiing / Overseas Job (November 2024)
Welk percentage van een gediversifieerde portefeuille moet worden blootgesteld aan de sector nutsbedrijven?

Inhoudsopgave:

Anonim
a:

Diversificatie beschermt de portefeuille van een belegger tegen een plotselinge daling in een enkel bedrijf of sector. Deze techniek voor portefeuillemanagement omvat het spreiden van investeringsdollars in een breed scala van sectoren, zodat het lot van de portefeuille niet te zwaar op één sector berust. Zoals veel Enron-medewerkers in het begin van de jaren 2000 leerden, is het beleggen van al uw eieren in een mand vol met extreem risico, ongeacht hoe goed het er in het heden uitziet.

Diversificatiestrategie

Voor de meeste beleggers is het meest uitdagende onderdeel van diversificatie het bepalen hoe een portefeuille moet worden gestructureerd en welke sectoren moeten worden opgenomen. Diversificatiestrategie bepaalt hoeveel van een portefeuille een belegger wijdt aan niet-cyclische sectoren, zoals nutsbedrijven, versus cyclische sectoren, zoals telecommunicatie.

De bèta-coëfficiënt

Gelukkig hebben beleggingsanalisten een statistiek ontwikkeld die dit proces veel gemakkelijker afbreekt. Het wordt de bètacoëfficiënt genoemd en het meet de sectorvolatiliteit in vergelijking met de bredere markt. Sectoren met een hoge volatiliteit bieden het potentieel voor grotere winsten maar ook grotere risico's; sectoren met een lage volatiliteit zijn veiliger, maar meestal kunnen beleggers niet snel rijkdom opbouwen.

De belkromme-methode

Er bestaan ​​talloze diversificatiestrategieën die de bètacoëfficiënt gebruiken, maar een van de meest basale is om uw portefeuille te structureren als een belcurve. De bovenkant van de belcurve, waaronder het grootste gebied bestaat, bevat sectoren met een gemiddelde volatiliteit die nauw aansluiten bij de bredere markt. Een kleiner percentage is voor sectoren iets meer en iets minder volatiel dan gemiddeld, terwijl een nog kleiner percentage naar uiterst volatiele of extreem stabiele sectoren gaat.

Waar utilities passen

Met een bèta van 0. 59 zijn hulpprogramma's bijna twee keer zo stabiel als de bredere markt. Dit betekent dat een agressieve belegger heel weinig, ongeveer 5% of minder, van zijn portefeuille aan nutsbedrijven besteedt. Een zeer voorzichtige belegger kan hieraan 25% van zijn portefeuille besteden, terwijl de portfolio van een gemiddelde belegger 10 tot 15% aan nutsbedrijven besteedt.