Inhoudsopgave:
Hyperinflatie is een extreem inflatiepeil dat ervoor zorgt dat prijzen snel stijgen en dat burgers een valuta verlaten vanwege de snel eroderende waarde. Het allergrootste geval van hyperinflatie deed zich voor in Hongarije in 1946, toen de Hongaarse pinguïn een inflatie van meer dan 200% bereikte en de prijzen elke 15 uur verdubbelden.
Het is financieel handig om te herkennen wanneer een periode van hyperinflatie mogelijk komt, zodat voorzieningen kunnen worden getroffen om de nadelige gevolgen ervan te verzachten. Hoewel hyperinflatie van tijd tot tijd moeilijk te herkennen is, volgen hier enkele signalen.
Supply Shock
Er ontstaat een supply shock wanneer een externe kracht de levering van een product of dienst verstoort. Deze krachten kunnen door de mens worden veroorzaakt, zoals oorlog of politieke ontreddering, of niet door de mens gemaakt, zoals een natuurramp.
Supply shocks kunnen hyperinflatie veroorzaken door een onmiddellijke en significante prijsstijging te bewerkstelligen voor een product dat als een noodzaak wordt beschouwd, zoals olie of tarwe. Deze prijsverhoging maakt de valuta effectief minder waard. Als het evenwicht niet snel kan worden hersteld, kan de devaluatie van de valuta escaleren, wat leidt tot hyperinflatie.
Snel geldaanbieding
Soms reageert een overheidslichaam op een recessie of economische neergang door de geldhoeveelheid uit te breiden. Dit gebeurt door het verlagen van de rente, het kopen van obligaties of het afdrukken van meer geld. De reden is dat meer geld in omloop de economie stimuleert omdat mensen meer kunnen uitgeven.
Hyperinflatie manifesteert zich soms echter als een onplezierig bijeffect. Een plotselinge en aanzienlijke toename van de geldhoeveelheid devalueert het geld dat al in omloop is, zorgt ervoor dat de prijzen stijgen en tast de koopkracht van mensen aan.