De Big Mac-index, ook bekend als Big Mac PPP, is een enquête van The Economist die wordt gebruikt om de koopkrachtpariteit (PPP) tussen landen, waarbij de prijs van een Big Mac als benchmark wordt gebruikt. Gebruik makend van het idee van PPP vanuit de economie, zouden eventuele veranderingen in wisselkoersen tussen landen kunnen worden gezien in de prijsverandering van een mand met goederen die over de grenzen constant blijft. De Big Mac-index suggereert dat, in theorie, veranderingen in wisselkoersen tussen valuta's de prijs moeten beïnvloeden die consumenten betalen voor een Big Mac in een bepaalde natie, ter vervanging van de 'basket' door de populaire hamburger.
Als de prijs van een Big Mac bijvoorbeeld $ 4 is. 00 in de VS in vergelijking met 2. 5 pond sterling in Groot-Brittannië, zouden we verwachten dat de wisselkoers zou zijn 1. 60 (4/2, 5 = 1. 60). Als de wisselkoers van dollars naar ponden groter is, zou de Big Mac-index aangeven dat het pond overgewaardeerd was, lager of lager en het zou te laag gewaardeerd worden.
De index is op zijn best imperfect. Ten eerste wordt de prijs van de Big Mac bepaald door het McDonalds-bedrijf en kan het de Big Mac-index enorm beïnvloeden. Bovendien verschilt de Big Mac van wereldformaat qua ingrediënten, ingrediënten en beschikbaarheid. Dat gezegd zijnde, de index is luchtig bedoeld en is een geweldig voorbeeld van PPP en wordt door veel scholen en universiteiten gebruikt om studenten over PPP te onderwijzen. (Lees voor meer informatie Hamburger-economie: The Big Mac Index .)
Deze vraag werd beantwoord door Lovey Grewall.
Fannie Mae en Freddie Mac, Boon or Boom?
Deze twee bedrijven zijn cruciaal voor de hypotheekmarkt, maar tikken ze tijdbommen af?
Wat betekent het als iemand verwijst naar de automobielsector "Big Three"?
Leren welke bedrijven deel uitmaken van de Grote Drie. Leer welke rol de Big Three speelt in de Amerikaanse economie, van reddingsoperaties tot banengroei.
Wat zijn de "big uglies"?
De grote uglies zijn aandelen die het beleggerspubliek niet aantrekkelijk vindt. Industriële bedrijven zoals staal, mijnbouw en olie worden als grote klappen beschouwd omdat beleggers de voorkeur geven aan de meer hedendaagse investeringsmogelijkheden, zoals die in de technologiesector.