Wie ontwikkelde de theorie van economische externaliteit?

Public Value: «Wertschöpfung, Gemeinwohl und ich» (November 2024)

Public Value: «Wertschöpfung, Gemeinwohl und ich» (November 2024)
Wie ontwikkelde de theorie van economische externaliteit?
Anonim
a:

De Britse econoom Arthur C. Pigou bevorderde de theorie van economische externaliteiten, die hij het meest opmerkelijk tot uitdrukking bracht in zijn boek 'The Economics of Welfare', voor het eerst gepubliceerd in 1920. Een economische externaliteit is de gevolg van een economische activiteit die voor rekening van een derde partij komt. De theorie van economische externaliteiten onderzoekt gevallen waarin de kosten of baten van activiteiten verder reiken dan de direct betrokken partijen en derden worden beïnvloed.

Een externaliteit kan positief of negatief zijn. Wanneer de derde partij de kosten draagt, is dit een negatieve externaliteit. De aanwezigheid van negatieve externe effecten beïnvloedt ten onrechte economische keuzes, aangezien geen van de betrokken partijen de kosten van de activiteiten draagt ​​en dus verkeerde beslissingen neemt.

Het klassieke voorbeeld van een negatieve externaliteit is een scenario waarbij een fabriek in de loop van haar productiepraktijken giftige chemicaliën in de aangrenzende rivier uitstrooit. Bewoners van de stad stroomafwaarts worden ziek van het vervuilde water en dieren in de rivier sterven aan de giftige stoffen van de fabriek. Deze bewoners zijn derden die de kosten voor de zakelijke beslissingen van de eigenaar van de fabriek betalen.

Pigou pleitte ervoor de activiteiten in dergelijke situaties te belasten. De vrije markt biedt vaak onvoldoende prikkels om de negatieve gevolgen van economische activiteiten, zoals de vervuiling van de fabriek als gevolg van de productie, weg te nemen. De zogenaamde Pigoviaanse belasting biedt de stimulans wanneer markteconomieën dat niet doen. In het bovenstaande voorbeeld zou een Pigoviaanse belasting, zoals een uitstootbelasting geheven tegen de fabriek, de fabriekseigenaar ertoe aanzetten om milieuvriendelijkere productieprocessen te implementeren.