Hebben bedrijven in staten met recht op werk wetten aantoonbaar minder draagkrachtverliezen?

Webinar: Bedrijf starten vanuit een WW-uitkering (April 2025)

Webinar: Bedrijf starten vanuit een WW-uitkering (April 2025)
AD:
Hebben bedrijven in staten met recht op werk wetten aantoonbaar minder draagkrachtverliezen?
Anonim
a:

Deadweightverlies door vakbondsactiviteiten wordt verondersteld vanaf 2015 0,4% van het bruto binnenlands product (bbp) te vertegenwoordigen. Dit cijfer kan verschillen afhankelijk van bedrijfstak, locatie, niveau van vakbondsactiviteiten en andere economische factoren. Sommigen geloven dat de impact veel groter is en dat vakbonden de economische groei afremmen en de lonen in niet-bedrijfstakken doen dalen door kunstmatige vraag naar werknemers in vakbondindustrieën te creëren.

AD:

Naarmate de vakbondscompensatie toeneemt, kunnen werkgevers banen schrappen en zullen meer werknemers gedwongen worden om werk te zoeken in niet-bedrijfstakken. Lonen en uitkeringen kunnen in andere bedrijfstakken vallen en een negatieve invloed hebben op beginnende werknemers. Anderen beweren dat deze impact minimaal en noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat werknemers een eerlijk loon en een goede uitkering ontvangen. Zonder vakbonden mogen werknemers elkaar onderbieden als ze strijden om een ​​baan. Daarom kan de natuurlijke prijs van arbeid zonder vakbonden onder redelijke vergoedingsniveaus dalen.

AD:

De aanwezigheid van vakbonden beïnvloedt uiteindelijk vraag en aanbod door de arbeidskosten te verhogen. Recht-aan-werk wetten stellen werknemers in staat het vakbondslidmaatschap te vermijden als een voorwaarde voor werk. Staten met deze wetten ervaren geen kunstmatige veranderingen in arbeidsaanbod en vraag geïntroduceerd door vakbonden. Wanneer vraag en aanbod kunstmatig worden veranderd, gaat er wat productiviteit verloren. Toenemende loonkosten kunnen resulteren in lagere productieniveaus en een belemmering zijn voor de productie. Als de kosten worden doorberekend aan de consument, kunnen de hogere prijzen leiden tot lagere consumentenbestedingen en consumptie. Deze wijzigingen zijn niet het resultaat van marktactiviteit en vertegenwoordigen een verlies dat vergelijkbaar is met een belasting.

AD: