Hoe kan ik alpha gebruiken in combinatie met de Sharpe-ratio?

6 ways mushrooms can save the world | Paul Stamets (Oktober 2024)

6 ways mushrooms can save the world | Paul Stamets (Oktober 2024)
Hoe kan ik alpha gebruiken in combinatie met de Sharpe-ratio?
Anonim
a:

De Sharpe-ratio en alpha worden beide gebruikt om historische rendementen te meten ten opzichte van historisch risico voor beleggingsfondsen. Veel beleggers gebruiken de Sharpe-ratio om de legitimiteit van een alfa-figuur te bevestigen of te verwerpen. Anderen negeren het nut van alpha bij het beoordelen van de impact van de vergoedingen van een fonds, terwijl ze vertrouwen op de Sharpe-ratio voor een betere evaluatie van managementvaardigheden.

Alpha werkt alleen onder de juiste omstandigheden. Alle alpha-prestaties worden gemeten ten opzichte van de bèta, die normaal wordt berekend met behulp van verschillende benchmarks voor aandelen- en obligatiefondsen; dit maakt het lastig om verschillende soorten fondsen te vergelijken. Bovendien is bèta alleen legitiem als R-kwadraat hoog genoeg is (meer dan 75). Een onvoldoende bèta leidt tot een onvoldoende alfa.

De Sharpe-ratio is gebaseerd op standaarddeviatie in plaats van bèta. Er is geen bèta- of R-kwadraten-invloed op de legitimiteit van een Sharpe-ratio. Standaardafwijking wordt op dezelfde manier berekend voor elk type fonds, waardoor het gemakkelijker wordt om verschillende soorten fondsen (aandelen, obligaties of gemengd) met elkaar te vergelijken. Dit is waarom velen de Sharpe-ratio als de superieure prestatiemaatstaf beschouwen.

Een legitieme alfa kan worden vergeleken met een Sharpe-ratio om de invloed van verschillende soorten risico's te schatten. Alpha laat fondsrendementen zien in vergelijking met marktrendementen, terwijl de Sharpe-ratio fondsrendementen weergeeft tegen het rendement van een risicovrije investering (90-daagse Treasury-rekening). Wanneer deze twee statistieken op een zinvolle manier verschillen, kan dit een indicator zijn dat systematische risico's relatief meer invloed hebben. Dit is echter noodzakelijkerwijs giswerk; er is geen schone manier om verschillen te interpreteren.

Beide statistieken lijden onder de beperkingen van de moderne portefeuilletheorie (MPT). Door alleen historische risico's in te bouwen, nemen alle MPT-statistieken een zekere mate van normaliteit en consistentie in toekomstige rendementen en risico's aan. Dit is een serieuze en vaak bekritiseerde veronderstelling. Zoals elk prospectus van beleggingsfondsen aangeeft, zijn prestaties uit het verleden geen indicator voor toekomstig succes.