Een goed is een basisgoed dat in de handel wordt gebruikt als input bij de productie van diensten of goederen. Er is weinig of geen onderscheid tussen waren, die slechts uit hun natuurlijke staat worden gehaald en zo nodig worden verhoogd om te voldoen aan minimale marktstandaarden. Er wordt geen waarde toegevoegd aan de grondstof en alle grondstoffen van hetzelfde goed verkopen tegen dezelfde prijs.
Anderzijds kan een product worden onderscheiden en kan waarde worden toegevoegd door de fabrikant, maar ook door branding en marketing. Producten worden gemaakt met grondstoffen.
Conventionele voorbeelden van grondstoffen zijn koper, ruwe olie, tarwe, koffiebonen en goud. Nieuwere grondstoffen zijn vreemde valuta, mobiele telefoonminuten en bandbreedte. Grondstoffen worden verhandeld op beurzen, voornamelijk in de vorm van futures, die contracten zijn om de grondstof tegen een bepaalde prijs tegen een bepaalde tijd in de toekomst te kopen of te verkopen. Handel in grondstoffen heeft het potentieel om een aanzienlijke marktvolatiliteit te ervaren.
Typisch, producten worden geclassificeerd als een duurzaam of consumeerbaar goed. Duurzame consumptiegoederen, zoals apparaten, meubels en sieraden, zijn over het algemeen lang meegaand en worden niet vaak gekocht. Verbruiksgoederen, waaronder gas, boodschappen en tabaksproducten, worden snel gebruikt of moeten frequent worden vervangen.
Producten worden ook verhandeld en zijn te vinden in veel beleggingsportefeuilles. Investeren in bedrijven die consumptiegoederen produceren, wordt over het algemeen als veilig beschouwd op basis van de relatieve stabiliteit en historische prestaties van de markt voor verbruiksgoederen. Aangezien mensen nog steeds basisgoederen moeten kopen, zelfs in een haperende economie, blijft de vraag naar verbruiksgoederen sterk door economische of marktfluctuaties. Ondanks de stabiliteit van verbruiksgoederen, is de sector gevoelig voor concurrentie en veranderingen in de prijzen van de grondstoffen die worden gebruikt om de verbruiksgoederen te maken.
Wat is het verschil tussen het rendement van aandelen en het rendement van een obligatie?
Onderzoek en begrijp de verschillende betekenissen van de beleggingsterm "rendement" zoals deze wordt toegepast op aandelenbeleggingen en obligatiebeleggingen.
Wat is het verschil tussen het eigen vermogen en het eigen vermogen van een onderneming?
Begrijpt het verschil en de onderlinge samenhang tussen het eigen vermogen van een onderneming en het werkelijke totale nettovermogen van de onderneming.
Wat betekent dit voor een bepaald product als het consumentensurplus voor dat product bijzonder hoog is?
Leren over een hoog consumentensurplus en wat het betekent voor nut en de structuur van vraag en aanbod op de markt voor een bepaald product.