Hoe onderscheid ik micro- en macro-economie?

Het verschil tussen welvaart en welzijn (September 2024)

Het verschil tussen welvaart en welzijn (September 2024)
Hoe onderscheid ik micro- en macro-economie?
Anonim
a:

Micro-economie is het vakgebied van de economie dat kijkt naar het economische gedrag van individuen, huishoudens en bedrijven. Macro-economie heeft een breder perspectief en kijkt naar de economieën op een veel grotere schaal - regionaal, nationaal, continentaal of zelfs mondiaal. Micro-economie en macro-economie zijn beide uitgestrekte onderzoeksgebieden in hun eigen rechten.

Omdat micro-economie zich richt op het gedrag van kleine eenheden van de economie, neigt het ertoe zich te beperken tot specifieke en gespecialiseerde onderzoeksgebieden. Dit omvat de balans van vraag en aanbod in individuele markten, het gedrag van individuele consumenten (wat wordt aangeduid als consumententheorie), de vraag naar personeel en hoe individuele bedrijven het loon bepalen voor hun personeel.

Macro-economie heeft een veel breder bereik dan micro-economie. Prominente onderzoeksgebieden op het gebied van macro-economie betreffen de implicaties van het begrotingsbeleid, het opsporen van de oorzaken van inflatie of werkloosheid, de implicaties van overheidsleningen en economische groei op landelijke schaal. Macro-economisten onderzoeken ook globalisering en wereldwijde handelspatronen en voeren vergelijkende studies uit tussen verschillende landen op gebieden zoals levensstandaard en economische groei.

Hoewel het grootste verschil tussen de twee velden betrekking heeft op de schaal van de onderwerpen die worden geanalyseerd, zijn er nog meer verschillen. Macro-economie ontwikkelde zich als een zelfstandige discipline in de jaren dertig toen duidelijk werd dat de klassieke economische theorie (afgeleid van micro-economie) niet altijd rechtstreeks van toepassing was op landelijk economisch gedrag. Klassieke economische theorie gaat ervan uit dat economieën altijd terugkeren naar een evenwichtstoestand. In essentie betekent dit dat als de vraag naar een product toeneemt, de prijzen voor dat product hoger worden en individuele bedrijven stijgen om aan de vraag te voldoen. Tijdens de Grote Depressie was er echter een lage productie en een grootschalige werkloosheid. Dit duidde duidelijk niet op een evenwicht op macro-economische schaal.

In reactie daarop publiceerde John Maynard Keynes 'De algemene theorie van werkgelegenheid, interesse en geld', die het potentieel en de redenen voor een negatieve output gap gedurende een langere periode op een macroeconomische schaal. Keynes 'werk, samen met dat van andere economen, zoals Irving Fisher, speelde een grote rol bij het vaststellen van de macro-economie als een afzonderlijk vakgebied.

Hoewel er verschillende lijnen zijn tussen micro-economie en macro-economie, zijn ze voor een groot deel onderling afhankelijk. Een goed voorbeeld van deze onderlinge afhankelijkheid is inflatie. Inflatie en de gevolgen daarvan voor de kosten van levensonderhoud zijn een veel voorkomende focus van onderzoek in de studie van macro-economie.Aangezien de inflatie de prijzen van diensten en grondstoffen verhoogt, kan dit echter ook acute implicaties hebben voor individuele huishoudens en bedrijven. Bedrijven kunnen gedwongen worden prijzen te verhogen om te reageren op de toenemende bedragen die ze moeten betalen voor materialen en de opgeblazen lonen die ze moeten betalen aan hun werknemers.