Waarom zijn micro-economische modellen op de korte termijn anders dan op de lange termijn

Why do we sleep? | Russell Foster (November 2024)

Why do we sleep? | Russell Foster (November 2024)
Waarom zijn micro-economische modellen op de korte termijn anders dan op de lange termijn

Inhoudsopgave:

Anonim
a:

In de micro-economie verwijzen de korte en lange termijn naar twee heel verschillende perspectieven op het productieproces en de kosten. Een specifieke reeks voorwaarden en regels is van toepassing op de korte termijn, terwijl een andere reeks van toepassing is op de lange termijn. Economen gebruiken twee modellen omdat hedendaagse economieën zowel kortetermijncycli als langetermijngroei lijken te ervaren.

Short-run-modellen eerst historisch ontwikkeld, maar economen ontdekten dat bepaalde langetermijnfenomenen niet in die modellen pasten. Nieuwe modellen werden gecreëerd om trends in economische groei in de loop van de tijd te verklaren.

Er zijn geen specifieke tijdparameters voor korte en lange termijn. Sommige financiële analisten moeten mogelijke tijdlijnen voor elk model voorspellen voor prognosedoeleinden, maar dit is een zeer onnauwkeurige wetenschap. In kapitaalintensieve bedrijfstakken, zoals productie, kan de korte termijn bestaan ​​uit alle in- en uitgangen voordat een nieuwe fabriek wordt gebouwd. De lange termijn is dan de geschatte productiviteit na de voltooiing van de nieuwe fabriek.

Productie meten

Economen gebruiken micro-economische modellen voor particulieren en bedrijven, niet voor hele economieën. Vraag- en aanbodcurven worden vaak vervangen door productie- en kostencurves. De productiviteit van een enkele entiteit wordt gemeten via de productiefunctie. Deze functie beschrijft hoeveel ingangen worden gebruikt om zakelijke uitgangen te creëren.

De korte-termijnproductiefunctie wordt gedefinieerd als een periode waarin ten minste één productiefactor in een vast aanbod is. In het vorige productievoorbeeld worden de bestaande installaties en machines constant gehouden op de korte termijn.

Wanneer één variabele constant wordt gehouden, kunnen andere invoerfactoren vrij worden aangepast. Dit maakt directe vergelijkingen mogelijk tussen verschillende prognoses voor hetzelfde bedrijf. Zoals met elk ander economisch model, moet het model verschillende correcties aanbrengen voor onrealistische omstandigheden om de functionaliteit te behouden.
In het lange-termijnproductiemodel kunnen alle productiefactoren worden gewijzigd. Nadat een invoerfactor is aangepast, kunnen economen de bijbehorende verandering in bedrijfsoutput meten. Deze effecten worden vervolgens met elkaar vergeleken om het "rendement op schaal van het bedrijf" te vinden.

Gebrek aan "echte koppeling"

Het onderscheid tussen lange en korte termijn in de economie is een verontrustende puzzel.

Econoom Robert Solow noemde het overduidelijk een "gebrek aan echte koppeling tussen de korte-termijnafbeelding en de lange-termijnafbeelding." Door echte koppeling bedoelde hij dat de resultaten van opeenvolgende kortetermijnmodellen niet in overeenstemming lijken te zijn met de resultaten van langetermijnmodellen. Solow voegde eraan toe dat "sinds de lange termijn en de korte termijn in elkaar overgaan, men het gevoel heeft dat ze niet volledig onafhankelijk kunnen zijn."

In de korte ommekeer produceren bedrijven wanneer de marktprijs alle variabele kosten dekt (vaste kosten, zoals installaties en apparatuur, zijn al betaald). Uiteraard moeten bedrijven rekening houden met de kosten van kapitaalinput in de lange termijn. Alle bedrijven willen nog steeds produceren op punten waar gemiddelde kostencurven en marginale kostencurves elkaar kruisen, maar de vormen van die curven zijn zeer verschillend tussen de modellen. Dit zijn niet de enige problemen bij het verzoenen van de twee modellen, maar ze markeren de uitdagingen waarmee bedrijven en economen worden geconfronteerd met prognoses