Hoe beïnvloedt geldaanbod de inflatie?

Zeitgeist Addendum (Februari 2025)

Zeitgeist Addendum (Februari 2025)
AD:
Hoe beïnvloedt geldaanbod de inflatie?

Inhoudsopgave:

Anonim
a:

Definities zijn van belang bij het beschrijven van de relatie tussen veranderingen in de geldhoeveelheid, of de totale geldhoeveelheid, en de inflatie. De eerste definitie van inflatie die door de American College Dictionary wordt gegeven, is bijvoorbeeld elke toename van de valuta die niet in specie kan worden teruggevorderd. Andere definities beschouwen inflatie als een algemene stijging van de prijs van goederen, die al dan niet rechtstreeks verband houdt met de geldhoeveelheid.

AD:

Aantal Theorie

De theorie die het meest wordt besproken voor de relatie tussen prijzen en de geldhoeveelheid wordt de kwantiteitstheorie van geld genoemd. De hoeveelheidstheorie stelt voor dat de ruilwaarde van geld wordt bepaald zoals elk ander goed, met vraag en aanbod. De basisvergelijking voor de hoeveelheidstheorie, ontwikkeld door de Amerikaanse econoom Irving Fisher, wordt uitgedrukt als: (totale geldhoeveelheid) x (snelheid van het geld) = (gemiddelde prijsniveau) x (volume van economische transacties)

AD:

Sommige varianten van de hoeveelheidstheorie stellen voor dat inflatie en deflatie verhoudingsgewijs optreden als stijgingen of dalingen van de geldvoorraad. Empirisch bewijs heeft dit niet aangetoond en de meeste economen zijn niet van mening.

Een meer genuanceerde versie van de hoeveelheidstheorie voegt twee voorbehouden toe. Nieuw geld moet eigenlijk circuleren in de economie om inflatie te veroorzaken, en de inflatie is relatief, nooit absoluut. Met andere woorden, de prijzen zijn meestal hoger dan ze anders zouden zijn geweest als er meer dollarbiljetten betrokken zijn bij economische transacties.

AD:

Challenges to Quantity Theory

Keynesiaanse en andere niet-monetaristische economen verwerpen orthodoxe interpretaties van de kwantiteitstheorie. Hun definities van inflatie zijn meer gericht op feitelijke prijsstijgingen, al dan niet met aandacht voor geld.

Volgens Keynesiaanse economen bestaat inflatie in twee varianten: demand-pull en cost-push. Vraagstijging van de inflatie treedt op wanneer consumenten goederen eisen, mogelijk vanwege een grotere geldhoeveelheid, sneller dan de productie. Cost-push inflatie treedt op wanneer de invoerprijzen voor goederen de neiging hebben te stijgen, mogelijk vanwege een grotere geldhoeveelheid, sneller dan de voorkeuren van consumenten veranderen.