Welke wiskundige vaardigheden heb ik nodig om micro-economie te studeren?

Dr. Bill Warner - Why Are People Afraid | CSPI International (Maart 2025)

Dr. Bill Warner - Why Are People Afraid | CSPI International (Maart 2025)
AD:
Welke wiskundige vaardigheden heb ik nodig om micro-economie te studeren?

Inhoudsopgave:

Anonim
a:

Micro-economie kan, maar is niet noodzakelijk, wiskundig intensief zijn. Fundamentele micro-economische veronderstellingen over schaarste, menselijke keuze, rationaliteit, ordinale voorkeuren of uitwisseling vereisen geen geavanceerde wiskundige vaardigheden. Aan de andere kant gebruiken veel academische cursussen in micro-economie wiskunde om op een kwantitatieve manier informatie te geven over sociaal gedrag. Veel voorkomende wiskundige technieken in micro-economische cursussen omvatten geometrie, volgorde van bewerkingen, balanceringsvergelijkingen en het gebruik van derivaten voor vergelijkende statistieken.

AD:

Logische aftrek van economische aspecten

Economie is, net als vele aspecten van de meetkunde, niet gemakkelijk verifieerbaar of falsifieerbaar door middel van empirische kwantitatieve analyse. Integendeel, het vloeit voort uit logische bewijzen. De economie gaat er bijvoorbeeld van uit dat mensen doelgerichte actoren zijn (wat betekent dat acties niet willekeurig of toevallig zijn) en dat ze moeten omgaan met schaarse middelen om bewuste doelen te bereiken.

AD:

Deze principes zijn onveranderlijk en niet toetsbaar, evenals de inhoudingen die daaruit voortvloeien. Net als de stelling van Pythagoras is elke stap van het bewijs noodzakelijkerwijs waar, zolang de voorgaande stappen geen enkele logische fout bevatten.

Wiskunde in de micro-economie

Menselijke actie houdt zich niet aan constante wiskundige formules. Micro-economie zou wiskunde op de juiste manier kunnen gebruiken om bestaande verschijnselen te benadrukken of grafieken te tekenen om de implicaties van menselijk handelen visueel te tonen.

AD:

Studenten micro-economie moeten zich vertrouwd maken met optimalisatietechnieken met behulp van derivaten. Ze moeten begrijpen hoe helling en fractionele exponenten interageren in lineaire en exponentiële vergelijkingen. Studenten moeten bijvoorbeeld de waarde van de helling van een lijn kunnen afleiden met behulp van de lineaire vergelijking "y = a + bx" en oplossen voor b.

Vraag- en aanbodcurves snijden elkaar om evenwicht te tonen. Economen gebruiken endogene variabelen om de krachten samen te vatten die van invloed zijn op vraag en aanbod zelf. In specifieke markten kunnen deze variabelen geïsoleerd worden om aan te geven hoe vraag of aanbod rechtstreeks verband houdt met prijs of hoeveelheid. Deze vergelijkingen worden steeds dynamischer en ingewikkelder in geavanceerde micro-economie.

Het is een algemene misvatting om wiskundige causaliteit te interpreteren met echte economische causaliteit. Prijs veroorzaakt niet meer vraag of aanbod dan helling voor winst zorgt. Integendeel, menselijke actie drijft al deze variabelen tegelijkertijd aan op een manier die de wiskunde niet volledig kan vastleggen.