a:

Het is mogelijk om te bepalen of een effect als een beleggingskwaliteit wordt beschouwd door naar de ratings van die beveiliging te kijken met het credit ratingsysteem Standard & Poor's of Moody's. Als een waarde boven BBB wordt gerangschikt met het S & P-ratingsysteem of boven Baa wordt gerangschikt met het Moody's credit ratingsysteem, wordt het als investment grade beschouwd.

Ongeacht het gebruikte kredietwaardigheidsbeoordelingssysteem worden de effecten met de hoogste rating van beleggingskwaliteit beoordeeld met een AAA- of Aaa-rating. Dit betekent dat de beveiliging buitengewoon sterk in staat is om aan alle financiële verplichtingen te voldoen. Staatsobligaties zijn een goed voorbeeld van effecten met de hoogste investment grade. Deze rating is de hoogste garantie dat de beveiliging niet aan zijn verplichtingen zal voldoen.

Omgekeerd, ongeacht het gebruikte credit ratingsysteem, worden de effecten met de laagste rating beoordeeld met een D- of d-rating. Effecten met dit type rating zijn al in gebreke gebleven in financiële verplichtingen en mogen onder geen enkele voorwaarde worden geïnvesteerd. Obligaties uitgegeven door Enron voorafgaand aan het faillissement, bijvoorbeeld, zouden zo laag gewaardeerd worden als Enron zijn financiële verplichtingen niet nakwam.

Tussen het hoogste en het laagste cijfer bevinden zich een groot aantal effecten van beleggingskwaliteit, AAA-klasse, BBB-klasse, CCC-klasse of D-klasse. De beleggingen met de laagste rating die het waard zijn om in te beleggen, zijn die met of boven de BBB- of Bbb-rangorde, maar het is mogelijk om te beleggen in een effect met een lagere rating. In ruil voor een risicovollere investering met een C-rated beveiliging, bijvoorbeeld, zullen de potentiële rendementen veel hoger zijn. Als een belegger het niet erg vindt om risico's te nemen, kan de beloning voor een investering van minder dan investment grade de investering waard zijn.