Inhoudsopgave:
De theorie van crowding out stelt dat een toename van de financiële activiteiten van de overheid, zoals uitgeven of opnemen, ervoor zorgt dat de particuliere financiële activiteit lager is dan zonder de toename. Het basismechanisme voor verdringing is vraag en aanbod op de financiële markten. De wetten van vraag en aanbod stoppen niet plotseling met werken tijdens een recessie, maar sommige economen geloven dat de mate van verdringing tijdens een recessie minder groot kan zijn.
De logica achter crowding out
Wanneer de overheid overheidsgeld uitgeeft aan een actief, wordt de prijs van het actief geboden voor particuliere investeerders. Evenzo, als de overheid geld leent door Treasurys uit te geven, is de rente meestal hoger. Privégeld dat wordt gebruikt om overheidsschuld te kopen, wordt afgeleid van de aankoop van bedrijfsschulden. Wanneer economische actoren zijn geprijsd van de financiële markt, noemen economen het "verdringt".
Er is niets aan de aard van recessies die deze vraag- en aanboddynamiek veranderen; het basismechanisme voor verdringing geldt nog steeds. De enige manier om verdringing te voorkomen is als overheden het prijsniveau vaststellen of particuliere aankopen afdwingen, hoewel dit tot andere toewijzingsproblemen leidt.
Economen zijn het niet oneens over de micro-economische bewegingen van vraag en aanbod. Als overheden het bestedingsniveau met de economische vraag verhogen, heeft dit de neiging prijzen hoger dan normaal te verhogen. Wanneer prijzen stijgen, hebben andere kopers de neiging minder te vragen dan ze anders zouden hebben. Deze effecten zijn onveranderlijk in de economische theorie.
Elasticiteit en overheidsuitgaven
Economen zijn het oneens over het gemeten niveau van elasticiteit op bepaalde markten en op bepaalde tijden. Elasticiteit is een economische term die het reactievermogen van vraag en aanbod vertegenwoordigt voor veranderingen in externe variabelen. Omdat elasticiteit betrekking heeft op overheidsuitgaven, zien hoog-elastische markten meer verdringing dan sterk inelastische markten. Dit komt omdat de markt gevoeliger is voor prijsveranderingen.
Veel economen stellen dat het evenwichtsniveau van investeren en lenen tijdens recessies minder elastisch is. Dit komt omdat particulieren en bedrijven tijdens een recessie minder geneigd zijn leningen te zoeken of te beleggen in potentieel risicovolle activa, zoals aandelen. Als alle andere dingen gelijk zijn, wordt de overheid geconfronteerd met minder concurrentie van de particuliere sector op deze markten. Op basis hiervan voorspelt deze theorie dat de omstandigheden die inherent zijn aan recessies relatief minder verdringing veroorzaken.
Empirisch onderzoek
In 2011 onderzochten onderzoekers van de afdeling Economie van het Rensselaer Polytechnic Institute in New York de historische crowding-out in de Verenigde Staten.Hun econometrische modellen waren ontworpen om de effecten van overheidstekorten op consumptie- en investeringsmodellen voor recessie- en niet-recessieperioden te schatten.
De testresultaten gaven aan dat tekorten de particuliere consumptie en investeringen verdringen, statistisch significant zijn en toevoegen aan de verklaarde variantie, wat betekent dat ze econometrisch geldig zijn. Bovendien bleek dat verdringing ongeveer gelijk was tijdens recessies en niet-recessieperioden.
Dit hoeft niet noodzakelijkerwijs te bewijzen dat verdringing niet minder waarschijnlijk significant zal zijn tijdens een recessie, maar deze resultaten benadrukken de moeilijkheid om causale verschijnselen in een complexe economie empirisch te verklaren.
Een Investment Bank Job krijgen tijdens een recessie
Zelfs in een recessie zoeken investeringsbanken nieuw talent. Leer wat je onderscheidt van de massa!
Op welke manier zal een recessie waarschijnlijk van invloed zijn op de marginale neiging tot sparen in een economie?
Leren waarom recessies vaak gepaard gaan met een toename van de marginale neiging om te sparen en of dit een zorgwekkende trend is.
Het risico dat een belegger het meest waarschijnlijk zal tegenkomen bij beleggingen in een standaard & Poor's 500 Indexfonds is:
A. Wettelijk risico. B. Marktrisico. C. Liquiditeitsrisico. D. Bedrijfsrisico. Juiste antwoord: het bedrijfsrisico wordt geminimaliseerd met een gediversifieerd fonds en liquiditeit is geen probleem voor een fonds dat dagelijks aandelen verwerft tegen de NAV. Maar een indexfonds kan een belegger niet beschermen tegen marktrisico's.