Inhoudsopgave:
Economische wetten beschrijven onvermijdelijke implicaties maar niet noodzakelijkerwijs empirische zekerheid. Dat onderscheid is technisch maar erg belangrijk. Er zijn te veel variabelen die van invloed zijn op echt menselijk gedrag, inclusief de inconsistentie van menselijke emoties, besluitvorming en andere toevallige invloeden, voor de wet van de vraag om de patronen van kopers en verkopers in alle gevallen correct te voorspellen.
De logica van de wet van eisen
De meest voorkomende beschrijving van de wet van de vraag is dat de gevraagde prijs en hoeveelheid omgekeerd evenredig zijn voor een goed. Economen wijzen er zorgvuldig op dat deze relatie alleen "ceteris paribus" bevat, terwijl alle andere dingen gelijk blijven. Het gaat er bijvoorbeeld van uit dat de smaak van de consument niet is veranderd samen met de prijs.
Een betere manier om de wet van de vraag uit te leggen is: wanneer de werkelijke kosten van het verwerven van iets toenemen, eisen de mensen er relatief minder van dan ze anders zouden hebben geëist. Met andere woorden, de wet van de vraag beschrijft een tendens gebaseerd op de bekende schaarste aan middelen en beperkingen van hun menselijke verwerving.
Het is belangrijk om te begrijpen dat "echte kosten" opportunitykosten omvatten. Overweeg het fenomeen van een speculatieve zeepbelvorming op de aandelenmarkten. Op het eerste gezicht lijkt het erop dat de stijgende kosten, of de prijs, van de verwerving van de aandelen daadwerkelijk tot een grotere vraag leiden. Meer mensen betreden de markt en kopen het goede simpelweg omdat de kosten stijgen.
Beleggers kopen echter geen aandelen om ze alleen te bezitten of te consumeren zoals een T-shirt of een hotdog. Ze verwachten dat de aandelen zullen stijgen in waarde en zullen ze uiteindelijk doorverkopen. Omdat ze verwachten dat de prijzen blijven stijgen, nemen ook de alternatieve kosten van het niet bezitten van een voorraad of ex ante toe. Anders gezegd, de opportuniteitskosten van het bezitten van aandelen nemen af tijdens de speculatieve zeepbel.
Paradoxaal genoeg daalt de werkelijke prijs van een aandeel in de geest van beleggers tijdens een speculatieve zeepbel. Dit is een voorbeeld van hoe de wet van de vraag de menselijke natuur verklaart, hoewel niet noodzakelijk in de schone, schematische manieren die micro-economische handboeken laten zien.
Is de wet van vraag en aanbod een wet of slechts een hypothese?
Leren over de sterke punten en beperkingen van economische vraag- en aanbodtheorieën, en hoe ze worden gebruikt om de huidige economische activiteit te voorspellen en te sturen.
Hoe onderzoekt de economie het menselijk handelen en gedrag?
Ontdek waarom de economie kan worden beschouwd als een deductieve sociale wetenschap, zoals sociologie, en hoe menselijke actie en gedrag de economische berekening informeren.
Zijn er uitzonderingen op de wet van de vraag in de economie?
Lezen over enkele mogelijke uitzonderingen op de wet van de vraag in micro-economische prijsgrafieken, en leren waarom die uitzonderingen niet noodzakelijk de wet ontkrachten.